Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [12]het Licht [13]schijnt [14]in de duisternis, en [15]de duisternis heeft hetzelve niet begrepen. 12. Dat is, datzelfde Woord, hetwelk de mensen verlicht. 13. Dat is, verlicht het verstand des mensen met enige kennis van Gods natuur en dienst, die na den val in den mens nog overgebleven is. Zie hiervan breder Rom.1:19,20. 14. Dat is, in het verstand des mensen door den val en de zonde verduisterd; Hand.26:18. 15. Dat is, de verdorven mensen hebben dat licht, hetwelk in hen overgebleven was, niet gebruikt om den Zoon Gods, den auteur van dit licht, recht te kennen, dienen en eren; Rom.1:21,22; 1 Kor.1:21.